Gisteren schreef ik over de stad van de liefde, de stad van de liefde die huilde – en nu nog steeds huilt. Vandaag schrijf ik over Libanon. De aanslag in Beiroet. Want ook die mogen we niet vergeten. Met z’n allen staan we stil bij de aanslagen in Parijs, voelen we ons bedreigd en onveilig. We besluiten om morgen een minuut stilte te houden, uit respect voor de slachtoffers. Als steunbetuiging aan de nabestaanden.
Maar laten we alsjeblieft niet vergeten dat gebeurtenissen als die in Parijs haast normaal zijn in sommige delen van de wereld. Laten we alsjeblieft ook denken aan de mensen die daar omkomen, iedere dag maar weer. Aan de angst die de mensen die niet kunnen vluchten, elk moment van de dag weer voelen. Laten we alsjeblieft ook even stilstaan bij de nare gebeurtenissen die elders in de wereld ‘de normaalste zaak van de wereld’ zijn.
Laten we morgen met z’n allen ook stilstaan bij hen die niet in het nieuws zijn geweest, bij hen die niet in beeld zijn geweest. Laten we morgen met z’n allen ook even stil zijn voor al het andere geweld op de wereld. Voor alle overledenen, voor alle nabestaanden, voor alle overlevenden. Laten we morgen stilstaan, bij iedereen die geweld aan is gedaan. Ongeacht de afkomst, ongeacht het geloof, ongeacht de plaats waar het gebeurd is.
Ik hoop dat de minuut stilte morgen niet alleen voor alle slachtoffers in Parijs zal zijn, dat we in die minuut ook mogen denken, kunnen denken aan een ieder die door geweld omgekomen is. Omdat ieder slachtoffer dat door geweld getroffen is, slachtoffer is van een zinloze daad.