Voor alle mooie vlinders
Kon ik maar… jouw pijn wat wegnemen. Met woorden de leegte opvullen. Kon ik maar… verzachten wat verhard is. Met luisteren de stilte verdrijven. Kon ik maar… jou redden uit het moeras.
Maar ik kan niet. Ik kan de stilte niet verdrijven en de leegte niet opvullen. Ik kan niet verzachten wat verhard is en ik kan de pijn niet doen verdwijnen. Ik zou willen dat ik kon… maar ik kan niet.
Ik kan enkel luisteren. Er zijn. Laten weten dat ik ben en blijf. Niet wegga. Hoe hard je ook schreeuwt dat ik moet gaan. Ik wil er zijn. Voor jou, omdat jij dat verdient.
Kon ik maar… Dan zou ik alles wat je zo gekwetst heeft, ongedaan maken. En je vertellen dat je mag blijven. Dat je er mag zijn. Kon ik maar… nog een keer tegen je zeggen hoe veel je waard bent. Kon ik maar… ongedaan maken wat gebeurd is. Dan toverde ik je terug. Ik zou je laten zien hoe mooi je was – en bent. Dat je er toe doet, wat betekent. Ik zou je laten zien dat er mogelijkheden zijn. Altijd.
Maar ik kan niet. Kon ik maar…