Life·No Kidding·Persoonlijk

320.000

Wat moet je, als je nergens veilig bent? Wat kun je, als je altijd overal bang bent? Wat durf je, als alles wat je doet verkeerd is? Wat mag je, als alles wat je graag zou willen, verboden wordt? Wat is er dan nog en wie ben jij dan nog?

Eenzaam, in de steek gelaten, alleen, verlaten. Pijn, angst, verdriet, wanhoop. Niet meer weten, niet meer kunnen, niet meer willen. Zo graag willen willen, maar niet meer durven. Geen hoop meer, enkel nog de angst. Enkel nog het verdriet, de pijn en de wanhoop. Want wat kun je? Als alles wat veilig zou moeten zijn, dat niet is? Want wat doe je? Als je klein bent en niet beter weet?

Dagelijks maken, twee tot drie kinderen per schoolklas, mishandeling, misbruik, verwaarlozing mee. Ze groeien ermee op en het wordt normaal. Blauwe plekken worden verborgen en tranen zijn allang niet meer zichtbaar. Thuis is een oorlogsgebied en niemand weet ervan. En als dat alles is wat je kent, hoe kunnen we dan verwachten dat deze kinderen gaan praten? Hoe kunnen we dan verwachten dat deze kinderen tegen jou en mij vertellen hoe het echt gaat thuis? Wat pappa en mamma doen, wat pappa en mamma niet doen?

Slaan, schoppen, spugen, schelden, schreeuwen, negeren, kleineren, aanraken op plekken waar je als kind niet aangeraakt hoort te worden. Het is de bittere realiteit voor zo ontzettend veel kinderen. Iedere dag weer voeren zij een onzichtbare strijd. Ze staan op, in de wetenschap dat vandaag weer een blauwe plek erbij zal opleveren. Ze staan op, niet wetend of mamma en pappa vandaag wel wat zullen zeggen tegen ze. Ze staan op, zwijgen en blijven loyaal. Het is normaal geworden. Er is veiligheid in onveiligheid. Wat onbekend is, is onbemind.

Twee tot drie kinderen per klas, 320.000 kinderen, worden dag in, dag uit vernederd, gekleineerd, geslagen, geschopt, uitgescholden, aangeraakt of genegeerd. En wij kijken met z’n allen toe. Het is niet het probleem van dat kind of dat gezin of van de overheid over van jeugdzorg. Het is het probleem van ons allemaal, omdat wij, als maatschappij, als samenleving, voor elkaar zouden moeten zorgen. Ik daag je uit, ik daag je uit om het anders te doen. Ik wil je vragen, als je je buurjongetje ziet lopen, om hem een compliment te geven. Ik wil je vragen, als je dat meisje in de supermarkt ziet lopen, angstig en alleen, om haar even aan te kijken en te glimlachen naar haar.

Durf je dat?

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s