Life·Persoonlijk

Gebroken

Ik verlang naar iemand die er is, altijd, overal, waar ik ook te vinden ben. Ik wil dat iemand mij vangt als ik val of bang ben. Ik wil vastgehouden worden, eindeloos en kunnen vasthouden aan een ander. Mijn diepste verlangen is dat er iemand is altijd, iedere seconde van de dag, iedere dag van de week. Iemand die mijn vasthoudt en pas loslaat als ik dat vraag. Ik verlang naar iemand die mij vasthoudt en me niet in de steek laat. Iemand op wie ik kan rekenen, hoe, waar en wanneer dan ook. Die van mij houdt zoals ik ben, met al mijn littekens.

Ik wil dat iemand er is, mij vertelt dat ik goed genoeg ben, dat ik er mag zijn, precies zoals ik ben. Niet bang hoeven zijn om te verliezen, om kwijt te raken. Zeker te weten dat die persoon er altijd is, hoe druk het eigen leven ook is. Ik wil dat die persoon ook altijd beschikbaar is. Geen ziekte, vakantie, ongelukken of overlijden. Gewoon de zekerheid dat er altijd iemand is. Iemand die mij draagt, als ik mijzelf niet meer dragen kan. Iemand die voor me zorgt, omdat ik dat zo vaak zelf nog maar amper kan. Het vertrouwen dat ik altijd terug kan gaan naar de veiligheid, want wat ik ook zal doen, deze persoon zal blijven staan, achter en naast mij. Het maakt niet uit wat er zal gebeuren, ik kan altijd terug en heb dan weer de veiligheid.

Maar hoe hard ik ook mijn best doe, hoe hard ik ook zoek… Ik vind deze persoon niet en zal ook nooit iemand kunnen vinden die dat kan. Niemand kan er altijd zijn en dan ook nog beschikbaar. Niemand kan mij altijd opvangen als ik val, niemand kan mij altijd dragen als ik mijzelf niet meer dragen kan. Ik kan dit niet verwachten van een ander, simpelweg omdat het praktisch onmogelijk is.

Ik zoek en ik zoek en ik zoek, maar ik zal nooit vinden waar ik zo naar verlang. Het gat in mij, de leegte en het verlangen, niemand anders dan ikzelf zal dit kunnen (leren) opvullen. Ik kan van niemand verwachten dit voor mij te doen, het zal nooit (goed) genoeg zijn. Het gat is niet te dichten, de leegte zal nooit volledig opgevuld kunnen worden en het verlangen zal nooit beantwoord worden.

En terwijl ik dit schrijf, stromen de tranen over mijn wangen. Want het verlangen is zo sterk, maar het besef dat het niet kan, dat doet pijn. Ik wil zo graag gelijmd worden, dat al mijn duizend stukjes weer vastzitten en dat er nergens meer een spoortje te zien is van het moment dat ik ooit gebroken was. Ik wil zo graag bij elkaar gehecht worden, al mijn stukjes weer vast aan elkaar en dat er nergens een naad te zien is. Zorgvuldig weggewerkt, het is er nooit geweest.

Hoe meer ik verlang naar dit alles, hoe meer ik me realiseer dat het onmogelijk is. Een ander kan mij helpen, kan mij de lijm aanreiken en af en toe een stukje vast kunnen houden, zodat ik mezelf kan lijmen. De stukjes weer op hun plaats kan zetten en kan leren leven met de barsten die ik altijd met me meedraag. Een ander kan mij het draad aanreiken en me misschien vertellen hoe het moet. Een stukje voordoen, zodat ik het daarna weer zelf kan.

Het verlangen is zo sterk en ik wil zo graag dat het kan. Dat het mogelijk is, dat ik alsnog die persoon vind, die ene persoon die er altijd is. Me vasthoudt, bij me blijft, me opvangt en naar mij luistert. Maar hoe langer ik blijf vasthouden aan dit verlangen, hoe meer pijn ik mezelf bezorg. Ik zal moeten leren dat ik dit verlangen moet loslaten en voorzichtig moet gaan ontdekken hoe ik het zelf kan doen.

Want zelf betekent niet alleen.

img_0008

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s