Kiezen voor het leven, het klinkt zo eenvoudig. Alsof je even bedenkt wat je nog moet halen in de supermarkt, of wat je nog even in huis moet doen voordat je to-do-list afgewerkt is.
De werkelijkheid is echter anders. Het is zwart, duister en bovenal ongelooflijk eng. Als je al jaren jezelf enkel maar kapotmaakt, omdat je niet beter weet, hoe kun je dan opeens compleet het tegenovergestelde doen? Als je al jaren gewend bent om jezelf te haten en iedere millimeter van je lichaam als een ding ervaart, hoe zorg je dan goed voor jezelf en voor je lichaam?
Als je gewend bent om enkel maar jezelf kapot te maken, om te handelen naar alle duisternis in je eigen hoofd, hoe kies je dan voor het leven? Als het zo normaal geworden is om jezelf te haten, om jezelf te vertellen dat je niets waard ben, omdat anderen dat vroeger altijd zeiden, hoe kies je dan voor het leven? Als je zo gewend bent om niet te voelen, niet te zijn, er vooral niet te zijn, hoe kies je dan voor het leven?
Afgelopen vrijdag koos ik voor het leven. Ik schreef erover, omdat ik op die dag symbolisch een beetje doodging en daarmee mezelf de kans gaf om te herrijzen als een feniks uit de as. Ik koos voor het leven en deed daarmee de deur dicht richting kiezen voor de dood. In ieder geval voor nu, in ieder geval tot het moment dat ik alles geprobeerd hebt en niets meer werkt.
Ik heb gekozen voor het leven, maar als ik eerlijk ben, weet ik niet eens wat dat is.
Kiezen voor het leven, weet jij wat dat is?
Een gedachte over “Kiezen voor het leven”