Gisteren was ik jarig. Ik werd 25. Een vijf achter de twee, in plaats van een vier achter de twee zoals het afgelopen jaar. Ik werd 25, een kwart eeuw. Het klinkt misschien heel raar, maar voor mij was het nogal iets. Ik werd 25, ik ben nu 25 jaar.
Vijftien jaar en een dag geleden lag ik ’s avonds in m’n bed. Ik besloot dat ik nooit 25 zou worden. Ik zou stervan als ik 24 jaar en 364 dagen oud was. Als ik die leeftijd bereikt had, dan had ik alles wat ik nog wilde doen in het leven, wel gedaan. Stoppen op je hoogtepunt zeggen topsporters soms. En dat dacht ik dus ook: Ik stop als ik 24 jaar en 364 dagen oud ben, want dan zit ik op een hoogtepunt. M’n hersenen zouden volledig uitontwikkeld zijn en vanaf dan kon het enkel slechter gaan worden. Ik zou de middelbare school afgemaakt hebben en gestudeerd hebben aan de universiteit. Ik zou ook de ervaring gehad hebben van op mezelf wonen. Alles gedaan, dus klaar met het leven. Dacht ik toen.
De afgelopen weken waren heftig. Ik had nog nooit aan iemand verteld dat ik niet ouder dan 24 jaar en 364 dagen zou worden. Het was mijn geheim, mijn houvast, mijn veiligheid, mijn mogelijkheid om te ontsnappen aan alles wat ik zo lastig vond. Tot een week of twee geleden. Ik besloot dat ik het moest delen met iemand. En dus mailde ik m’n psychologe. Eng. Doodeng. Ik was doodsbang (leuke woordspeling ;-)) voor haar reactie. Het was oké. We sprake erover en ik gaf haar de afscheidsbrieven die ik geschreven had, met de afspraak dat ik er de dag voor mijn verjaardag ‘gewoon’ nog zou zijn op de wekelijkse afspraak.
Ik was er, maar daar was alles mee gezegd. Ik had het plan in m’n hoofd en ik moest en zou een manier vinden om het toch uit te voeren. Ik duwde haar weg, ik sloot me af. Ik kon het niet meer anders, als ik het contact zou aangaan, dan zou ik niet meer dood kunnen gaan. En ik deed er dus alles aan om te zorgen dat ze op afstand bleef. Het lukte ook. Voor even. Toen kwam m’n andere psychologe erbij. Tranen, boosheid, angst, wanhoop, verdriet. Alles was er. We hebben gepraat, we hielden elkaars hand vast. Het was intens, het was heftig, het was bijzonder.
De brieven zaten in een doos en die zouden daar enkel uitkomen nog om er ritueel iets mee te doen. Ik besloot dat die vrijdag, de dag dat ik 24 jaar en 364 dagen oud was, dan ook de dag moest zijn dat ik een ritueel zou houden met de brieven. We gingen naar een café aan de overkant van de straat. We vroegen om een aansteker, of we deze even mochten lenen, we zouden ‘m zo weer terug komen brengen. “Houd maar” zei een van de medewerkers achter de bar.
En daar stonden we dan, in het donker, het begon te regenen en het waaide. We stonden op een bruggetje, omdat ik dat symbolisch vond passen. Uiteindelijk lukte het daar niet, maar op een ander plekje wel. Het papier met de door mij geschreven woorden, vatte de vlam, eindelijk. Langzaam, heel langzaam verspreidde het vuur zich over de andere brieven. Het papier, eens zo wit als sneeuw, veranderde langzaam in as. Grijs en kruimelig. Van de brieven was niets meer te zien. Opgegaan in het vuur. Verdwenen, opgelost.
Het deed pijn, het was intens, maar het zo bijzonder en zo waardevol om dat te kunnen doen en daarmee tegen mezelf te zeggen dat ik mag gaan leren leven. Het leven gaan ontdekken. Leren wie ik ben, wat ik wil. Mezelf losmaken van de demonen uit mijn verleden. Ik realiseer me nu pas dat ik zo veel mensen het idee had gegeven dat ze gewonnen zouden hebben, als ik daadwerkelijk 24 jaar en 364 dagen oud was geworden. Ik realiseer me nu pas hoe ongelooflijk veel moois ik achtergelaten zou hebben als ik die keuze gemaakt zou hebben.
Ben ik nu dan gelukkig? Ben ik nu dan blij? Ben ik nu dan vol vertrouwen? Ik moet op alles “nee” antwoorden. Ik ben niet gelukkig, ik ben niet blij en ik voel al helemaal geen vertrouwen in de toekomst. Maar ik weet dat er mensen zijn op wie ik kan terugvallen. Ook al zie ik ze niet en zijn ze niet direct hier naast me, houden ze me niet in het echt vast. In gedachten zijn ze er. Ze zijn er en ze zijn er voor mij. En met die gedachte ga ik alle nieuwe dagen tegemoet. Met die gedachte ga ik komende week ‘gewoon’ mijn tentamens maken. Omdat ik wil leven, wil leren leven en ontdekken wie ik ben.
Er is een leven, ook als er een vijf achter de twee staat.
Leven.
2 gedachten over “Een vijf achter de twee”